de logger zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'lɔxər ] Afbreekpatroon: log·ger Verbuigingen: loggers (meerv.) schip dat voor zeevisserij wordt gebruikt Gevonden op https://woorden.org/woord/logger
(1) Schip voor de haringvisserij, dat vervangen is door de trawler. Een logger viste met de vleet aan een lijn over een kluis aan de boeg. (2) Zeillogger. Snel kustvaartuig uit de 18e eeuw, met steile stevens, een gestrekte romp en een één-, twee- of driemasttuig met loggerzeil. In de 19e eeuw werd het schip gebruikt voor de drijfnetvisserij, als... Gevonden op https://encyclo.nl/lokaal/10827
De 'logger' is van oorsprong een gezeild Frans houten zeevissersvaartuig dat in 1866 voor het eerst in Nederland werd geïntroduceerd. De Visserijwet van 1857 maakte een einde aan allerlei beperkingen aan de bouwwijze en het gebruik van schepen voor de haringvangst, die al eeuwenlang op dezelfde wijze werd uitgeoefend. Gevonden op https://nl.wikipedia.org/wiki/Logger
• [scheepvaart] een vissersschip, tegenwoordig met een motor aangedreven, dat vroeger een loggergetuigd zeilschip was. Gevonden op https://nl.wiktionary.org/wiki/logger