1) Vegetatie boven de grond 2) Kruid 3) Het groen van wortelen 4) Gebladerte 5) Groen blaadje 6) Lof 7) Groen 8) Het blad van aardappelen 9) Groen gebladerte 10) Deel van een boom 11) Boombladeren 12) Boomkroon 13) Bosbedekking 14) Bosrijk gebied 15) Bomen hebben het 16) Bladgroen 17) Bladeren van een boom 
rapen (VD I 3) - Voorbeeld: ‘'k Zeg dat er te veel werk is, snapte Boerke haar nijdig af, wie zal er mogen toen 't loof zaaien?’
gebladerte
gebladerte (toon de herkomst via de etymologiebank)
groene bladeren van bomen vb: in de herfst valt het loof van de bomen
[Vergeten woorden] (bn. lover, loofst) moe, afgemat, uitgeput, zwak [= Noord-Hollands loof, Fries leaf, ~ luchter ‘linker’]