behalen werkw. Uitspraak: [ bəˈhalə(n) ] Afbreekpatroon: be·ha·len Vervoegingen: behaalde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft behaald (volt.deelw.) door inspanning verkrijgen Voorbeeld: 'de hoofdprijs behalen' Synoniemen: behaald boeken buitmaken verkrijgen verwerven winnen Spreekwoorden en zegswijzen • een Pyrrhusoverwinning ...
1) Behaald 2) Bereiken 3) Boeken 4) Buitmaken 5) Halen 6) Scoren 7) Verkrijgen 8) Verwerven 9) Winnen 10) Winnnen 1) Boeken 2) Buitmaken 3) Door een prestatie verwerven 4) Door inspanning verwerven 5) In de wacht slepen 6) Verkrijgen 7) Verwerven 8) Winnen 
erin slagen het te bereiken vb: hij heeft mooie cijfers behaald Synoniem: halen
• [ov] een diploma of certificaat verwerven.