loskrijgen werkw. Afbreekpatroon: los·krij·gen Verbuigingen: kreeg los Vervoegingen: losgekregen (volt.deelw.) erin slagen een verbinding te verbreken Voorbeeld: 'Ik zou niet weten hoe ik die knoop los kan krijgen.' . Synoniemen: detacheren losmaken lostornen loswerken open krijgen scheiden tornen uithalen uittrekken 2 definities...
1) Bemachtigen 2) Detacheren 3) Losmaken 4) Lostornen 5) Loswerken 6) Scheiden 7) Tornen 8) Uithalen 9) Uittrekken 1) Detacheren 2) Losmaken 3) Lostornen 4) Loswerken 5) Scheiden 6) Tornen 7) Uithalen 8) Uittrekken 
•erin slagen een verbinding te verbreken. •tweede betekenisomschrijving. •enz.