I de min zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ mɪn ] Verbuigingen: minnen (meerv.) in de min (negatief) II min bijv.naamw. Uitspraak: [ mɪn ] onbelangrijk, van weinig waarde Synoniem: onbeduidend Ben ik te min? (Vind je mij te onbelangrijk?) III min bijwoord Uitspraak: [ mɪn ] 1) (in een rekensom) < om aan te geven dat...
1) Luttel 2) Onder 3) Onder het vriespunt 4) Niet positief 5) Ingemeen 6) Onedel 7) Laag 8) Kleinzielig 9) Klein 10) Verachtelijk 11) Nietswaardig 12) Slecht 13) Nietig 14) Smerig 15) Weinig 16) Onaanzienlijk 17) Iel 18) Vals 19) Onbeduidend 20) Nadeel 21) Minuut (Afk.) 22) Minus 23) Baker 24) Verminderd met 
Min is een Koreaanse meisjesnaam. Het betekent `slim`.
gering - Jaar van herkomst: 1236 (CG I 1, 22 )
gering (toon de herkomst via de etymologiebank)
bijna niet vb: Archibald wil zich zo min mogelijk inspannendat je het tweede getal af moet trekken van het eerste vb: zeven min drie is vierweinig betekenend vb: ben ik soms te min voor jou?
minimum (Afkorting in de wiskunde)
[I] verminderd met [II] zoogster
(god) De god Min in de Egyptische mythologie was de vruchtbaarheidsgod, maar beschermde ook de wegen en de mijnen in het oosten van de woestijn. Je herkent Min aan zijn fallus dat hij meestal in zijn linkerhand heeft. Een fallus is een object dat symbool staat voor mannelijke kracht. In zijn rechterhand houdt hij een vlegel vast, wat ook sta...
[Let op: mogelijk oud Nederlands van 1400-1800] voedster, vrouw die een kind van een ander voed (borstvoeding)
Een teef die pups van een andere moederhond voedt.
Categorie: Egyptisch Min, een oude en geliefde Egyptische god, werd altijd afgebeeld met een opgeheven dorstvlegel in zijn rechterhand. Op zijn hoofd droeg hij een Kroon met twee rechtop staande veren. Mogelijk werd Min oorspronkelijk vereerd als scheppende god, maar in de klassieke periode was hij de god van de wegen en de beschermgod van de woest...
Egyptische goden: God der bescherming van reizigers
teef die pups van een andere moederhond voedt
woord uit 1812, uitleg bij teksten van E.J. Potgieter (1808 - 1875) liefde.