
de mantelzorger zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'mɑntəlzɔrxər ] Afbreekpatroon: man·tel·zor·ger Verbuigingen: mantelzorgers (meerv.) de mantelzorgster zelfst.naamw. Uitspraak: [ 'mɑntəlzɔrx - stər ] Afbreekpatroon: man·tel·zor·ger Verbuigingen: mantelzorgsters (meerv.)
iemand die langdurig, onbetaald zorgt voor zieke of oudere fam...Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/mantelzorger

iemand die niet-beroepsmatige, meestal onbetaalde en aanvullende zorg verleent aan hulpbehoevenden, bijvoorbeeld bejaarden of zieken, vaak een familielid of een vriend van de hulpbehoevenden; iemand die mantelzorg verleent
Gevonden op
https://anw.ivdnt.org/article/mantelzorger

Iemand die hulp geeft aan bejaarden, zieken, etc. maar die dit niet voor zijn of haar beroep doet.
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10628

iemand die min of meer geregeld en uit liefde of sympathie basiszorg en aanvullende zorg verleent aan een zorgafhankelijke persoon die hij kent. Mantelzorger ben je voor je partner, ouders, familieleden, kinderen, buren, enz.
Gevonden op
https://www.kenniscentrummantelzorg.be/begrippenlijst.html
Geen exacte overeenkomst gevonden.