marchanderen werkw. Uitspraak: [ mɑrʃɑn'derə(n) ] Afbreekpatroon: mar·chan·de·ren Vervoegingen: marchandeerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gemarchandeerd (volt.deelw.) onderhandelen om gunstiger voorwaarden te bereiken Voorbeeld: 'Er valt niet te marchanderen over de kwaliteit.' Synoniemen: afdingen afpingelen onderhandele... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/marchanderen
1) onderhandelen over een prijs met loven, bieden en afdingen 2) tot een akkoord over iets trachten te komen door geven en nemen; over voorwaarden onderhandelen 3) niet-beginselvast en toegeeflijk met iets omgaan Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/marchanderen
onderhandelen, afdingen, compromissen sluiten uitspraak [mar-sjan-dee-ruhn] - Woordfeit: Marchanderen betekent `onderhandelen`, `compromissen sluiten` ? vaak met een wat ongunstige bijklank. Het woord komt van het Fran... Gevonden op https://onzetaal.nl/nieuws-en-dossiers/nieuwsbrieven/woordpost/woordpostarc