matchen werkw. Uitspraak: [ 'mɛtʃə(n) ] Afbreekpatroon: mat·chen Vervoegingen: matchte (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gematcht (volt.deelw.) 1) (gegevens) met elkaar combineren Voorbeeld: 'de lijsten met vermiste personen matchen met de ziekenhuisregistraties' 2) goed bij elkaar passen Voorbeeld: 'Die tw... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/matchen