de mazzel zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'mɑzəl ] Afbreekpatroon: maz·zel Verbuigingen: mazzels (meerv.) gebeurtenis die gunstiger is dan je redelijkerwijs kunt verwachten spreektaal Voorbeeld: 'Met een beetje mazzel haal ik nog dit jaar mijn rijbewijs.' Synoniemen: : geluk, meevaller de mazzel (<afscheidsgroet>) Syno... Gevonden op https://woorden.org/woord/mazzel
[idioom] Mazzel (en brooche). Heilwens, letterlijk: geluk (en zegen). Hebreeuws: 'mazal', goed gesternte, 'beracha', zegen. Gevonden op https://cultureelwoordenboek.nl/idioom/mazzel