1) Insecteneter 2) Egel 3) Specht 4) Zoogdier 5) Tandarm zoogdier 6) Tamandua 7) Tandeloos dier 8) Wild dier 9) Zwijnachtig tandeloos zoogdier 10) Tandeloos zoogdier 11) Aardvarken 12) Schubdier 13) Aardduivel 
in Zuid-Amerika en Midden-Amerika voorkomend zoogdier zonder tanden met een lange snuit en een lange, dunne, kleverige tong, dat zich vooral voedt met mieren en termieten Vooral ter aanduiding van de grote miereneter of reuzenmiereneter ( Myrmecophaga tridactyla ), maar als generieke term ook wel gebruikt voor de boommiereneter of de dwergmierenete...
tandarm zoogdier
Let op: Spelling van 1914 Zie CYCLOTURUS, MYRMECOPHAGA en TAMANDUA.
tandarm zoogdier (toon de herkomst via de etymologiebank)
• [dierkunde] "Myrmecophaga", tandloos zoogdier, formicivoor, met lange kleverige tong waarmee de mieren gevangen worden.
tandarm zoogdier