I mineur bijv.naamw. Afbreekpatroon: mi·neur 1) een toonsoort met een ingetogen karakter Voorbeeld: 'Na deze vrolijke passage slaat de stemming om, en het stuk eindigt in mineur.' 2) “klein” in de benaming van bepaalde intervallen, akkoorden en toonladders; vaak genoemd in combinatie met het terts-interval Voorb... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/mineur
[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Mineur``] Zie Genie. Hier te lande had men reeds in den tachtig-jarigen oorlog een korps mineurs, dat geene bepaalde sterkte had, maar naar omstandigheden vermeerderd of verminderd werd en waarvan de eerste ons bekende bevelhebber, de meester-mineur Hommer was. De eerste kompagnie mineurs werd bi... Gevonden op http://www.dbnl.org/tekst/land016mili01_01/land016mili01_01_0014.htm
[klassieke muziek] Muziekterm waarmee de kleine-tertstoonladder wordt aangeduid (zie terts). Muziekstukken waarbij de mineurladder is toegepast hebben meestal een treurig karakter. Tegenstelling: majeur. Gevonden op https://www.cultureelwoordenboek.nl/klassieke-muziek/mineur
opbouw van een toonladder waarvan de eerste terts klein is. Composities in mineur worden vaak als droevig ervaren.
Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10760