gierig bijv.naamw. Uitspraak: [ ˈxirəx ] Afbreekpatroon: gie·rig als je je geld niet wilt uitgeven Voorbeeld: 'Hij is te gierig om nieuwe kleren te kopen.' Antoniemen: gul, vrijgevig Synoniem: krenterig Synoniemen: behoeftig hebzuchtig inhalig krenterig schraal schraperig spaarzaam vrekkig gul (antoniem) scheutig (antoniem) vrijgevig (a...
1) Benauwd 2) Hebzuchtig 3) Hebberig 4) Beest 5) Karaktertrek 6) Taai 7) Schriel 8) Kaal 9) Schraperig 10) Schraapachtig 11) Begerig naar geld 12) Begerig 13) Inhalig 14) Krenterig 15) Spaarzaam 16) Overdreven zuinig 17) Schraapzuchtig 18) Schraal 19) Zuinig 20) Op de penning 21) Behoeftig 22) Vrekkig 
inhalig
[slang] blood; gierig; krasi = geil
inhalig (toon de herkomst via de etymologiebank)
wie nooit iets weggeeft vb: Jan heeft niets gegeven, hij is echt gierig Tegenstellingen: gul royaal mild
•geen geld of bezit aan een ander willen geven.
inhalig
Gierig zijn is veel op je centen kijken , en niet veel willen uitgeven. Iemand die gierig is houdt alles voor zichzelf. [basiswoordenlijst groep 6]
Straattaal voor: Geil