de mocassin zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: mo·cas·sin Verbuigingen: mocassins (meerv.) Verbuigingen: mocassinnetje (verkleinwoord) 1) een Noord-Amerikaans indianenschoeisel Voorbeeld: 'Omdat hij niet gewend was op mocassins te lopen, had hij op het schelpenpad wel wat last van zijn voeten.' 2) een leren lage schoen...
1) Binnenhuisschoeisel 2) Gevlochten schoen 3) Indiaans kledingsstuk 4) Indiaans schoeisel 5) Indiaanse schoen 6) Indianenschoeisel 7) Indianenschoen 8) Indianenschoenen 9) Kleding in Canada 10) Kleding in de Verenigde Staten 11) kledingstuk 12) Lage schoen 13) Pantoffel 14) Pantoffel van gekleur leer 1) Indianenschoen 2) Pantoffel 3) Riemschoen 
indianenschoen (toon de herkomst via de etymologiebank)
•Noord-Amerikaans indianenschoeisel. •een leren lage schoen, zonder veters.
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Amerikaans), een Indiaansche schoen van zacht leder, welks zool niet stijf is.
indianenschoen
Schoeisel zonder hak dat geheel is gemaakt van zacht leer, zoals hertenleer, en waarvan de zool naar boven doorloopt zodat deze geheel of gedeeltelijk de bovenkant vormt van de voetbedekking; met een achternaad. Werden oorspronkelijk gedragen door de inheemse bevolking van Noord-Amerika. Ook schoenen van soortgelijk model met een harde zool en hak ...