de muezzin zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ mu'wɛdzɪn ] Afbreekpatroon: mu·ez·zin Verbuigingen: muezzins (meerv.) iemand die vanaf de minaret van een moskee de gelovigen zingend oproept tot bidden 7 definities...
1) Afroeper van de biduren 2) Afroeper van de mohammedaanse gebeden 3) Arabische oproeper tot gebed 4) Mohammedaans afroeper van biduren 5) Mohammedaanse afroeper van biduren 6) Moskeebeambte 7) Moslim die oproept tot gebed 8) Oproeper tot gebed in moskee 1) Moskeebeambte 
Let op: Spelling van 1858 Turksche uitroeper der biduren van de minarets
mo?ddzin (toon de herkomst via de etymologiebank)
persoon die moslims oproept tot het gebed - Woordfeit: Muezzin komt via het Turks (m?ezzin) van het Arabische mu`adhdhin `hij die oproept tot het gebed`. Het woord komt sinds het midden van de negentiende eeuw in het Nederlands voor, en wordt in Nederlandse woordenboeken ook wel gespeld als mo?ddzin.
Gebedsomroeper die vijfmaal daags vanaf een minaret van de moskee de islamieten oproept voor het gebed.
De muezzin (Arabisch: ãÄÐä, muadhdhin) is een moslim die traditioneel vanaf een minaret bij een moskee oproept tot het Islamitische gebed, de salat. In de praktijk komt de oproep van de muezzin vaak van luidsprekers uit de minaret. De oproep tot het gebed, de azan, vindt vijfmaal per dag plaats, en op vrijdag voor de vrijdagse gang naar de mosk...
Arab omroeper die vanaf een minaret moslims oproept tot het gebed.