nuk zelfst.naamw. (de) Verbuigingen: nukken (meerv.) Verbuigingen: nukje (verkleinwoord) een grillige maar vooral ook boze stemming Voorbeeld: 'Het nare kind had weer zijn nukkken.' . Synoniemen: bevlieging bui gril kuur luim speling 3 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/nuk
onredelijke, uit een plotselinge stemming voortkomende onvriendelijke of lastige bui of daad; onvoorspelbare stemming of daad die blijk geeft van eigenzinnigheid en weerspannigheid; gril Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/nuk