de nachtdienst zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'nɑxdinst ] Afbreekpatroon: nacht·dienst Verbuigingen: nachtdiensten (meerv.) werkuren van ongeveer middernacht tot 's morgens vroeg Voorbeelden: 'Ik heb deze hele week nachtdienst.' , 'Hij slaapt nog, want hij zit in de nachtdienst.' Synoniemen: nachtploeg 3 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/nachtdienst
1) het 's nachts verrichten van beroepsbezigheden volgens een dienstrooster; beroepsbezigheid 's nachts 2) godsdienstoefening die 's nachts gehouden wordt; godsdienstoefening in de nachturen Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/nachtdienst