de navel zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ˈnavəl ] Afbreekpatroon: na·vel Verbuigingen: navels (meerv.) plek op je buik waar de navelstreng vastzat toen je geboren werd 
1) Kruintje van appels 2) Appelkruin 3) Kruin 4) Kruintje van appels en peren 5) Vrucht 6) Kruintje van een appel 7) Kruintje van een peer 8) Zichtbaar lichaamsdeel 9) Appelkruintje 10) Neusje van een appel 11) Deel van de buik 12) Lichaamsdeel 13) Lichaamsknoop 14) Litteken 15) Litteken op de buik 
plaats midden op de buik waar de navelstreng aan vast gezeten heeft vb: het kind tilde haar trui op en liet haar navel zien
De 'navel' is het litteken dat achterblijft na het verdrogen van de navelstreng. De vorm van de navel verschilt bij iedereen in min of meerdere mate.
Schelpterm.Buikpotigen, Ook: Umbilicus. De opening aan de basis van een slakkenhuis. Komt alleen voor bij slakkenhuizen met een open spil. De navel kan wel bedekt zijn door de callus. Zie ook: Apertura (mollusken)., -
• [anatomie] rond litteken in de buik van de navelstreng van zoogdier
zie : hilum
lidteken van navelstreng
Aanhechtingslitteken van de navelstreng in het midden van de buik..
Ook umbilicus; -.-.-.-.-.-
litteken van de navelstreng op de buik (toon de herkomst via de etymologiebank)