de nijd zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ nɛit ] haat en nijd (grote onenigheid) 'Tussen moslims en hindoes heerst hier al eeuwenlang haat en nijd.' Synoniemen: afgunst haat jaloezie Intensiveringen Hoe kun je nijd krachtiger uitdrukken? groen van nijd ; 
1) Woede 2) Odium 3) één van de hoofdzonden 4) Jaloezie 5) Jaloersheid 6) Afgrijzen 7) Toorn 8) Verwoedheid 9) Afgunst 10) Gaat gepaard met haat 11) Gepikeerdheid 12) Kijf 13) Onwelwillende gezindheid of stemming 14) Afkeer 15) Aandrift 16) Hoofdzonde 17) Vijandschap 18) Haat 19) Bittere afgunst 20) Kinnesinne 
jaloezie, woede
Uit `De lagere vaktalen: Taal der smeden en koperslagers ` 1914 omgeklonken of overgeslagen top van een nijdnagel, nijdbout of nijdspil.
woede, vijandschap; afgunst (toon de herkomst via de etymologiebank)
•grondige afkeer van iemand en het misgunnen van zijn bezit. •tweede betekenisomschrijving. •enz.
jaloezie, woede