[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] noodburen, in Overijsel, de vier naaste gezinnen of buren, die een ander gezin in tijd van nood, wanneer er bij vreugde of smart bijzondere hulp
nodig is, d.i. zoowel bij bruiloften, als bij begrafenissen, zoowel bij geboorten, als bij ziekten, moeten bijstaan.
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/beer004woor01_01/beer004woor01_01_0018.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.