stapelen werkw. Uitspraak: [ 'stapələ(n) ] Afbreekpatroon: sta·pe·len Vervoegingen: stapelde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gestapeld (volt.deelw.) 1) (spullen) op elkaar leggen Voorbeeld: 'dozen stapelen' Synoniem: opstapelen 2) aan of bij elkaar voegen Voorbeelden: 'functies stapelen' , 'opleiding op ... Gevonden op https://woorden.org/woord/stapelen
1) Ophopen 2) Neerleggen 3) Klassen 4) Slot bij Boxtel 5) Tassen 6) Op elkaar leggen 7) Op elkaar zetten 8) Op hopen zetten 9) Opeenhopen 10) Opeenleggen 11) Opstapelen 12) Optassen 13) Kasteel in Nederland 14) Vlijen 15) Stouwen 16) Stuwen Gevonden op https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Stapelen/1
Het opsparen van goederen, geld of andere waarden waarbij wordt gespeculeerd op scherpe prijsstijgingen en dus hoge opbrengsten in de toekomst. Gevonden op https://encyclo.nl/lokaal/11557