1) Aangezochte 2) Gewijde hostie 3) Hostie 4) Kloosterkind 5) Lid van een religieuze stichting 6) Ouwel 7) Religieus persoon 8) Religieuze persoon 1) Hostie 2) Kloosterkind 
Let op: Spelling van 1858 Oblate, een dun gebak van meel en water, dienende om brieven te verzegelen, ouwel; ook het misbrood, bij het gebruiken van het heilige avondmaal, in de Roomsch-Katholijke kerk
hostie (toon de herkomst via de etymologiebank)
lid van een religieuze orde dat geen geloften maar een verklaring van toewijding (oblatie) aan de kloosteroverste heeft afgelegd; ook: lid van een oude kloosterorde, met name die van de benedictijnen, die buiten het klooster leeft en werkt
(Vlaams) hostie
vermogensrecht: de aangezochte persoon tot wie een aanbod is gericht of een kloosterling die een tijdelijke gelofte heeft ...