omcirkelen werkw. Uitspraak: [ ɔmˈsɪrkələ(n) ] Afbreekpatroon: om·cir·ke·len Vervoegingen: omcirkelde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft omcirkeld (volt.deelw.) een cirkel om iets heen tekenen of maken Voorbeeld: 'een rood omcirkeld icoontje' Synoniemen: draaien om een cirkel tekenen om omsingelen omsluiten 2 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/omcirkelen
De klassieke opening van een matchrace. Na het binnenvaren van het startgebied beginnen beide tegenstanders elkaar te omcirkelen in de richting van de klok, waarbij elk probeert de beste positie te verkrijgen en te verhinderen dat de ander die positie krijgt. Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10827