omhakken werkw. Uitspraak: [ 'ɔmhɑkə(n) ] Afbreekpatroon: om·hak·ken Vervoegingen: hakte om (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft omgehakt (volt.deelw.) (een boom) onderaan met een bijl hakken tot die omvalt Voorbeeld: 'Binnen een week was het hele bos omgehakt.' Synoniem: kappen Synoniemen: bomen kappen hakken houwen kappen vellen 1...
1) Een boom vellen 2) Houwen 3) Kappen 4) Kloven 5) Omhalen 6) Omhouwen 7) Omkappen 8) Vellen 1) Houwen 2) Kappen 3) Kerven 4) Kloven 5) Loskappen 6) Omhalen 7) Omkappen 8) Rooien 9) Vellen