I ontkleden werkw. Afbreekpatroon: ont·kle·den Verbuigingen: ontkleedde Vervoegingen: ontkleed (volt.deelw.) (minder gebruikelijk):''iemand ontkleden'': iemands kleding afdoen Voorbeeld: 'De peuter werd door zijn moeder ontkleed.' II ontkleden werkw. Afbreekpatroon: ont·kle·den Verbuigingen: ontkleedde zich Verbuigingen: heeft zich ontk... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/ontkleden