ontschieten werkw. Uitspraak: [ ɔnt'sxitə(n) ] Afbreekpatroon: ont·schie·ten Vervoegingen: ontschoot (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: is ontschoten (volt.deelw.) Het is me even ontschoten. (ik herinner het me nu even niet meer) 'De titel van het boek is me nu even ontschoten, maar je moet het absoluut lezen.' Synoniemen: ontglippen on... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/ontschieten