ontzenuwen werkw. Uitspraak: [ ɔntˈsenywə(n) ] Afbreekpatroon: ont·ze·nu·wen Vervoegingen: ontzenuwde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft ontzenuwd (volt.deelw.) duidelijk maken dat (een gerucht) niet waar is Synoniemen: ontkrachten weerleggen 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/ontzenuwen