opgooien werkw. Uitspraak: [ 'ɔpxojə(n) ] Afbreekpatroon: op·gooi·en Vervoegingen: gooide op (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft opgegooid (volt.deelw.) 1) in de lucht gooien Voorbeeld: 'Als ik pannenkoeken bak, dan gooi ik er altijd een paar op.' 2) een kaart opleggen in een kaartspel Voorbeeld: 'Ik kan alt... Gevonden op https://woorden.org/woord/opgooien