opklimmen, opklauteren, opstijgen - Voorbeeld: ‘Haar luie ogen keken welgevallig op de blauwe rookpluimen die in bochtige kronkels opklawierden naar de blauwe opening tussen de boomkruinen’ Gevonden op https://dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0018.php