de bijwagen zelfst.naamw. (m.) Verbuigingen: bijwagens Verbuigingen: bijwagentje 1) ongemotoriseerde aanhangwagen 2) overbodige meeloper zonder eigen inbreng 
1) Handlanger 2) Aanhangwagen 3) Volgwagen 4) Oplegger 5) Aanhangwagen van een tram 
Een 'bijwagen' of 'aanhangrijtuig' is een tram (of bus) die niet gemotoriseerd is en zich daardoor niet zelf kan voortbewegen. Met de komst van de elektrische tram eind 19e eeuw, begin 20e eeuw, werden de bestaande paardentramwagens of stoomtramrijtuigen veelal verder gebruikt als bijwagens achter de nieuwe elektrische motorwagens.
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] spotnaam voor het bijvoegsel op een maand- of weekblad.