I oprichten werkw. Uitspraak: [ ˈɔprɪxtə(n) ] Afbreekpatroon: op·rich·ten Vervoegingen: richtte op (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft opgericht (volt.deelw.) (iets) laten ontstaan Voorbeeld: 'een vereniging oprichten' Synoniem: beginnen II zich oprichten reflexief werkw. Uitspraak: [ ˈɔprɪxtə(n) ] Afbreekpatroon: op·rich·te...
1) Beginnen 2) Bouwen 3) Daarstellen 4) Grondvesten 5) Inrichten 6) Insitueren 7) Instellen 8) Institueren 9) Invoeren 10) Omhooggaan 11) Openen 12) Opheffen 13) Opsteken 14) Opstellen 15) Optrekken 16) Opzetten 17) Overeind komen 18) Overeind zetten 19) Overeindzetten 20) Perpendiculariseren 21) Rechten 1) Beginnen 2) Bouwen 3) Erecteren 4) Grondvesten 5) Instellen 6) Institueren 7) Invoeren 8) Metselen 9) Omhooggaan 10) Openen 11) Opheffen 12) Opstaan 13) Opsteken 14) Opstellen 15) Optrekken 16) Overeindzetten 17) Steunen 18) Stichten 19) Troosten 20) Vestigen 21) Vormen 
het laten ontstaan vb: hij richtte een oudercommissie op Synoniem: stichten Tegenstellingen: besluiten opheffen beëindigen ontbinden liquideren
•in verticale stand brengen. •een instelling in het leven roepen. •tweede betekenisomschrijving. •enz.
overeind zetten, stichten
ondernemingsrecht: het in het leven roepen en formeel vestigen van een onderneming. Bijv. door oprichtingsakte en inschrijving ...
Tandbeweging waarbij het gebitselement evenwijdig aan de kaakwal wordt gekipt.