
opschonen werkw. Uitspraak: [ ˈɔpsxonə(n) ] Afbreekpatroon: op·scho·nen Vervoegingen: schoonde op (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft opgeschoond (volt.deelw.)
ontdoen van wat er niet (meer) in of bij hoort Voorbeeld: 'een database met namen en contactgegevens opschonen' Synoniemen: saneren schonen ...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/opschonen

1) De computer opruimen 2) Saneren 3) Van overtollige gegevens ontdoen 4) Zuiveren
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Opschonen/1
Geen exacte overeenkomst gevonden.