Opsnijden definities

Opsnijden

1) Blagueren 2) Blauwverven 3) Bluffen 4) Dikdoen 5) Grootspreken 6) Opscheppen 7) Pochen 8) Pralen 9) Schwadronneren 10) Snoeven 11) Stuiten 12) Zwetsen
Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Opsnijden/1

---

Opsnijden

1) Bluffen 2) Grootspreken 3) Opensnijden 4) Opscheppen 5) Pochen 6) Pralen 7) Schwadronneren 8) Snoeven 9) Voordragen 10) Voorsnijden 11) Zwetsen
Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Opsnijden/1

---

opsnijden

grootspreken (toon de herkomst via de etymologiebank)
Gevonden op http://www.etymologiebank.nl/trefwoord/opsnijden

---

Opsnijden

Opsteken
Gevonden op https://static.kunstelo.nl/ckv2/cultuurwijzer/cultuurwijzer/www/nwc.rijksmu

---

opsnijden

grootspreken
Jaar van herkomst: 1653 (WNT )
Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/sijs002chro01_01/colofon.php

---

Opsnijden

Uit `De lagere vaktalen: De tabakbewerkerstaal` 1914 donker opsnijden; lang -: donkere, lange snijdsels opleveren bij het kerven van de tabak.
Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10742

---

Opsnijden

Uit `De lagere vaktalen: Taal van kuipers, klompenmakers en kurkensnijders` 1914 ziet opdraaien.
Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10742

---

opsnijden

Spreekwoorden: (1914) Opsnijden,
d.w.z. pochen, grootspreken, snoeven; in Groningen: zich in het oog vallend zwierig kleeden van vrouwen (Molema, 312). Sedert de 17<sup>de<-sup> eeuw naast opsnijder en opsnij(d)erij vrij gewoon (zie o.a. Pierlepont, 6; Kluchtspel III, 241; Winschooten, 336); ook sprak men toen...
Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

---