opsnijden werkw. Verbuigingen: sneed op Verbuigingen: opgesneden 1) snijden tot alles op is 2) opscheppen, snoeven Synoniemen: bluffen grootspreken opscheppen snoeven Gevonden op https://woorden.org/woord/opsnijden
Uit `De lagere vaktalen: De tabakbewerkerstaal` 1914 donker opsnijden; lang -: donkere, lange snijdsels opleveren bij het kerven van de tabak.
Gevonden op https://encyclo.nl/lokaal/10742
Spreekwoorden: (1914) Opsnijden, d.w.z. pochen, grootspreken, snoeven; in Groningen: zich in het oog vallend zwierig kleeden van vrouwen (Molema, 312). Sedert de 17<sup>de<-sup> eeuw naast opsnijder en opsnij(d)erij vrij gewoon (zie o.a. Pierlepont, 6; Kluchtspel III, 241; Winschooten, 336); ook sprak men toen... Gevonden op https://encyclo.nl/lokaal/10778