opzijzetten werkw. Uitspraak: [ ɔp'sɛizɛtə(n) ] Afbreekpatroon: op·zij·zet·ten Vervoegingen: zette opzij (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft opzijgezet (volt.deelw.) bewaren tot je het nodig hebt Voorbeelden: 'geld opzijzetten' , 'maandelijks een deel van je inkomen opzijzetten' ... Gevonden op https://woorden.org/woord/opzijzetten