de organisator zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: or·ga·ni·sa·tor Verbuigingen: organisatoren<br>organisators (meerv.) Verbuigingen: organisatortje (verkleinwoord) 1) iemand die organiseert of die organisatietalent heeft 2) een stof die een aminozuurketen vormt . 4 definities...
1) Beroep 2) Beroep in het bedrijfsleven 3) Initiatiefnemer 4) Inrichter 5) Ondernemer 6) Promotor 7) Regelaar 1) Impresario 2) Impresario 3) Initiator 4) Ondernemer 5) Programmeur 6) Promotor 7) Regelaar 8) Regelneef 
die organiseert (toon de herkomst via de etymologiebank)
iemand die iets organiseert vb: meneer Kroes is de organisator van het feest
1) iemand die het initiatief neemt voor een nieuw samenwerkingsverband, een activiteit of gebeurtenis, en de realisatie daarvan door coördineren en regelen tot stand brengt; iemand die organiseert 2) iemand die talent heeft om te organiseren
die organiseert
die organiseert