de overslag zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: over·slag Verbuigingen: overslagen (meerv.) Verbuigingen: overslagje (verkleinwoord) 1) turnoefening 2) een vorm van handel waarbij de goederen onbewerkt overgaan van de ene naar de andere eigenaar 3) een of meer slagen die men haalt boven het bridge-contrac...
1) Belgische grensplaats 2) Berekening 3) Boord 4) Bridgeterm 5) Departitie 6) Gemiddelde rekening 7) Gymnastiekterm 8) Gymoefening 9) Het overladen 10) Het overladen van goederen 11) Jasomslag 12) Kaartterm 13) Klep 14) Omgeslagen rand van een kledingstuk 15) Omslag 16) Omslag aan een kleed 17) Overtoom 1) Beraming 2) Berekening 3) Departitie 4) Raming 5) Salto 
zandbank
1> het overslaan. 2> een overslagplaats. 3> hetgeen overgeslagen wordt. 3> een enkele maal gebruikt als synoniem voor overtoom/overhaal.
Goederen van het ene vervoermiddel overbrengen naar een ander vervoermiddel (Overslag = aanvoer + afvoer).
Het overladen van goederen voordat deze verder worden getransporteerd. Bv. erts dat in Rotterdam wordt aangevoerd, op de Maasvlakte wordt opgeslagen en vervolgens wordt doorgevoerd per trein of binnenvaartschip.
Uit `De lagere vaktalen: De steenbakkerstaal` 1914 stuk hout, op de brug, waartegen de kruiwagen wordt gekeerd.
De handeling waarbij goederen van het ene vervoersmiddel naar een ander worden overgebracht tijdens een vervoersoperatie.
Overladen van goederen van het ene transportmiddel op het andere
Wordt gebruikt voor munten waarvoor eerder uitgegeven munten als muntplaatjes hebben gediend