overvloedig bijv.naamw. Uitspraak: [ ovərˈvludəx ] Afbreekpatroon: over·vloe·dig meer dan nodig of gebruikelijk is Voorbeeld: 'overvloedig transpireren' Synoniemen: abundant ampel copieus in ruime mate luxe mild rijk rijkelijk royaal ruimschoots scheutig uitbundig uitgebreid volop weelderig welig karig (antoniem) Intensiveringen Ho...
1) Abondant 2) Abundant 3) Ampel 4) Bourgondisch 5) Copieus 6) Exuberant 7) Gutsen 8) Menigvuldig 9) Mild 10) Overdadig 11) Plenty 12) Profuus 13) Royaal 14) Ruim 15) Ruimelijk 16) Ruimschoots 17) Rijk 18) Rijkelijk 19) Scheutig 20) Uitbundig 21) Uitgebreid 22) Veel 23) Volop 24) Weelderig 25) Welig 1) Abondant 2) Abundant 3) Ampel 4) Copieus 5) Exuberant 6) Gul 7) In grote mate 8) In hoge mate 9) In ruime mate 10) Luxe 11) Meer dan genoeg 12) Menigvuldig 13) Mild 14) Niet weinig 15) Onbekrompen 16) Overdadig 17) Overstelpend 18) Planteit 19) Plantureus 20) Plenty 21) Profuus 22) Redundant 23) Rijk 
waar veel bij hoort, uitgebreid vb: we kregen een overvloedige maaltijd Synoniemen: rijk weelderig luxueus Tegenstelling: schaars
•in ruime hoeveelheid aanwezig.
in ruime hoeveelheid aanwezig