I papieren zelfst.naamw. Uitspraak: [ paˈpirə(n) ] Afbreekpatroon: pa·pie·ren officiële documenten, zoals paspoort en verblijfsvergunning Voorbeeld: 'je papieren niet bij je hebben' II papieren bijv.naamw. Uitspraak: [ paˈpirə(n) ] Afbreekpatroon: pa·pie·ren gemaakt van papier Voorbeeld: 'papieren zakdoekjes' Zie ook: papie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/papieren