de tissue zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'tɪʃu ] Afbreekpatroon: tis·sue Verbuigingen: tissues (meerv.) papieren zakdoekje Voorbeeld: 'je tranen wegvegen met een tissue' Synoniemen: zakdoek 
1) Weefsel 2) Papieren zakdoekje 3) Papieren zakdoek 4) Papieren handdoekje 5) Papieren doekje 6) Weefsel van dezelfde cellen 7) Papier 8) Hygiënisch artikel 9) Halsdoekje 10) Fijn weefsel 11) Toiletartikel 12) Zakdoekje 13) Zakdoek 14) Zacht papieren doekje 15) Doekje 16) Absorberend papieren doekje 
absorberend doekje
(Engels) Een verzameling cellen afkomstig van dezelfde oorsprong.
Een tissue is de benaming voor een papieren zakdoek. Een tissue kan gemaakt worden van zowel nieuw als gerecycled papierpulp. Het gebruik van een tissue is hygiënischer dan dat van een stoffen zakdoek, omdat een tissue na gebruik meestal weggegooid wordt zodat er met de bacteriën uit de neus minder kans is op verdere besmetting. Snot speelt ten s...
absorberend papieren doekje
Een tissue is een papieren zakdoekje. [basiswoordenlijst groep 6]
Drugsjargon voor: crack