de peetmoeder zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ 'petmudər ] Afbreekpatroon: peet·moe·der Verbuigingen: peetmoeders (meerv.) vrouw die de ontwikkeling van een kind van familie of vrienden op verzoek van de ouders op de voet volgt en een speciale band met het kind heeft Voorbeeld: 'De peetmoeder hield de baby in de armen tijdens de doop.' An... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/peetmoeder
vrouwelijk persoon die, samen met een man, de dooppeter of peetoom, als getuige aanwezig is bij de doop van een kind, en die zich daardoor ook borg stelt voor de latere christelijke opvoeding van dat kind; doopmeter; peettante Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/peetmoeder
•vrouw die bij de doop wordt aangewezen als tweede moeder, om op het kind te letten in de opvoeding en pleegmoeder te worden mocht dat nodig zijn. Gevonden op https://nl.wiktionary.org/wiki/peetmoeder