de peetvader zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'petfadər ] Afbreekpatroon: peet·va·der Verbuigingen: peetvaders (meerv.) 1) man die de ontwikkeling van een kind van familie of vrienden op verzoek van de ouders op de voet volgt en een speciale band met het kind heeft Voorbeeld: 'Ik krijg van mijn peetvader altijd een groot cadeau al... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/peetvader
mannelijke persoon die, samen met een vrouw, de peetmoeder, als getuige aanwezig is bij de doop van een kind, en die zich daardoor ook borg stelt voor de latere christelijke opvoeding van dat kind; dooppeter; peetoom Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/peetvader