het pezeweven (zie ald.), vitterij, gezeur, gezanik - Voorbeeld: ‘In die korte weerdij dat ze getrouwd waren, had Bertha van Dolf een ander mens gemaakt; alle muizenissen en pezeweverij weggepraat’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0019.php