de pianoleraar zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: pi·a·no·le·raar Verbuigingen: pianoleraars<br>pianoleraren (meerv.) Verbuigingen: pianoleraartje (verkleinwoord) iemand die les geeft in pianospelen . 2 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/pianoleraar