Piepen definities

piepen

piepen werkw. Uitspraak: [ 'pipə(n) ] Afbreekpatroon: pie·pen Vervoegingen: piepte (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gepiept (volt.deelw.) 1) een hoog geluid voortbrengen Voorbeeld: 'een piepende deur' 2) klagen en zeuren Voorbeeld: 'Hij blijft er maar over piepen dat hij niet is uitgenodigd!' 3) ...
Gevonden op https://www.woorden.org/woord/piepen

---

Piepen

1) Bijgeluid 2) Dierengeluid 3) Een dun hoog geluid geven 4) Een hoog geluid geven 5) Even tevoorschijn komen 6) Fluisteren 7) Fluiten 8) Geluid van een jonge vogel 9) Geluid van een muis 10) Gluren 11) Hoog geluid 12) Hoorbaar ademhalen 13) Jammeren 14) Jassen 15) Klagen 16) Krieken 17) Loeren 18) Poffen
Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Piepen/1

---

Piepen

1) Gluren 2) Jassen 3) Knarsen 4) Koekeloeren 5) Loeren 6) Poffen 7) Sissen 8) Tsjilpen
Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Piepen/1

---

piepen

een hoog geluid voortbrengen (toon de herkomst via de etymologiebank)
Gevonden op http://www.etymologiebank.nl/trefwoord/piepen

---

piepen

een hoog geluid maken vb: we hoorden een muis piepen
klagerig je gevoelens uiten vb: als Terrie een beetje pijn voelt, begint meteen te piepen
dan zal hij wel anders piepen [anders reageren]
zij piept gauw [bij het minste of geringste klaagt ze al]
Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=piepen

---

---

piepen

hoog geluid geven
Jaar van herkomst: 1287 (CG NatBl )
Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/sijs002chro01_01/colofon.php

---

piepen

(Bargoens, 1914) stelen
Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10741

---

piepen

Spreekwoorden: (1914) Piepen
heeft in 't bargoensch verschillende beteekenissen; vgl. Köster Henke, 52: piepen, slapen, maar ook wegsluipen, vluchten (Sjof. 217), lichten, enz. Ik piep hem, hoor! ik maak me uit de voeten (vgl. n<sup>o<-sup>. 574?); het is gepiept, het is gebeurd, klaar, in orde; vgl. Amst...
Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

---

Piepen

Slapen. `De meester heeft er gisteravond aardig in geblazen. Hij ligt nog te piepen.`
Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10827

---

Piepen

[Bargoens, boeventaal] slapen. Maar ook wegsluipen, vluchten, lichten, enz.
Gevonden op https://www.gutenberg.org/cache/epub/28715/pg28715-images.html

---