het pikhouweel zelfst.naamw. Afbreekpatroon: pik·hou·weel Verbuigingen: pikhouwelen (meerv.) Verbuigingen: pikhouweeltje (verkleinwoord) hakwerktuig met steel, voorzien van een punt aan de ene zijde en een beitelachtige voorziening aan de andere zijde Voorbeeld: 'Kan je me het pikhouweel even aangeven? Ik krijg deze steen niet los.' . Syn...
1) Bikkel 2) Bikwerktuig 3) Gereedschap 4) Hak 5) Handgereedschap 6) Piek 7) Pios 8) Puntige houweel 9) Rooihak 1) Bikkel 2) Hak 3) Pickel 4) Pik 5) Pios 
Een pikhouweel is een graaf- en hakwerktuig, om lastig bewerkbare grond te bedwingen: uitgraven van puinbrokken, boomwortels e.d. Het dubbele blad heeft aan één kant een scherpe punt, aan de ...
[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Pikhouweel``] Dit werktuig bestaat uit een houweel aan de eene en een pik aan de andere zijde, waartusschen zich een gat bevindt tot inlating van den steel
•hakwerktuig met steel, voorzien van een punt aan de ene zijde en een beitelachtige voorziening aan de andere zijde.
werktuig
Hakwerktuig veel gebruikt in de geschiedenis met een steel en aan twee uiteindes een puntige kant en een afgeplatte kant. Geschikt om bijvoorbeeld in harde grond mee te hakken en wrikken.