[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] d.i.
eigenpotkokers; vroeger in Engeland de naam voor hen, die in den een of ander ‘borough’ het kiesrecht verkregen door zes maanden achtereen vóor de verkiezing hun eigen pot gekookt te hebben. In den loop der jaren was deze eerbare stand vrij veil geworden, zoodat hij da...
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/beer004woor01_01/beer004woor01_01_0020.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.