de praat zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ prat ] aan de praat raken met iemand (met iemand een gesprek gaan voeren) een apparaat aan de praat krijgen (een apparaat nadat het niet werkte weer laten werken) Synoniemen: gepraat gesprek spit Spreekwoorden en zegswijzen • van praat komt praat
1) Fleer 2) Gebabbel 3) Geklets 4) Gepraat 5) Gesprek 6) Het gesprokene 7) Het spreken 8) Klap 9) Parade 10) Spit 11) Taal 12) Woorden 1) Klets 2) Kul 3) Praten 4) Spit 5) klets 
het spreken, kort gesprek