priesterschap zelfst.naamw. Afbreekpatroon: pries·ter·schap Verbuigingen: priesterschappen (meerv.) 1) 《em》het priesterschap《/em》: het uitoefenen van het ambt van priester Voorbeeld: 'Gedesillusioneerd legde hij het priesterschap neer.' 2) 《em》de priesterschap (v)《/em》: de verzamelde priesters van een b... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/priesterschap
Sacrament dat door handoplegging en gebed van de bisschop de persoon machtigt tot uitoefening van het ambt van geloofsverkondiging en toediening van de sacramenten. Zie: biecht, doopsel, huwelijk, laatste avondmaal, merkteken, heilig oliesel, scholasticaat, vormsel. Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10694