primeren werkw. Uitspraak: [ pri'merə(n) ] Afbreekpatroon: pri·me·ren Vervoegingen: primeerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geprimeerd (volt.deelw.) belangrijker zijn Voorbeelden: 'Het belang van het kind primeert .' , 'De nationale belangen dienen te primeren boven zuiver winstbejag.' Synoniem: prevaleren Synoniemen: de voorra... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/primeren