de pruim zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ prœym ] Verbuigingen: pruimen (meerv.) vrucht met een harde pit Voorbeeld: 'gedroogde pruimen' Spreekwoorden en zegswijzen • de rijpste pruim en zijn geschud (=het belangrijkste werk is gedaan of grootste deel van de oogst is binnengehaald) • aan een boom zo vol... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/pruim
De pruim is een boomvrucht van de ondergeslacht Prunus van het geslacht Prunus uit de rozenfamilie (Rosaceae), die geteeld worden voor consumptie. De ondergeslacht onderscheidt zich van andere ondergeslachten (perziken, kersen, vogelkersen, enz.) in de scheuten met terminale knoppen en solitaire zijknoppen (niet geclusterd), de bloemen in groepen ... Gevonden op https://nl.wikipedia.org/wiki/Pruim
Prunus**, kers • mijn in afgevallen bladeren: Neocoenorrhinus pauxillus • mijn met een uitsnede => 2 • vouwmijn => 3 • blaasmijn zonder begingang => 10 • gangmijn van begin tot eind => 17 • gangmijn die zich tot een blaas verbreedt => 23 • vlekmijn => 27 Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10690
Pruim is boomvrucht en steenvrucht van de pruimenboom (Prunus) die 3-7 meter hoog kan worden. Omdat er zo veel verschillende soorten pruimen zijn, zijn er in elk seizoen pruimen te koop. Een pruim is eivormig en als ze rijp zijn smaken ze heerlijk zoet en zijn ze lekker sappig en er zit een pit in. Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/11320